Het Rotterdams college van burgemeester en wethouders biedt excuses aan voor deelname van de stad in het koloniale en slavernijverleden. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb doet dat namens het college tijdens een besloten bijeenkomst vrijdagmiddag in de Laurenskerk.
"Het college neemt institutionele verantwoordelijkheid voor de deelname van vroegere stadsbesturen", schrijft Aboutaleb in een brief aan de gemeenteraad. Het stadsbestuur zegt wel voorzichtig te zijn om met een beschuldigende vinger naar individuen uit het verleden te wijzen.
Vrijdag is het de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, voor het college een reden om de excuses op deze dag te maken, omdat het een belangrijke verbinding ziet met mensenrechten in het heden. "Het verleden kunnen we niet veranderen, de toekomst wel."
De excuses volgen op een aantal onderzoeken naar het slavernijverleden van de stad in opdracht van de Rotterdamse gemeenteraad in 2017. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) concludeerde in 2020 dat Rotterdam "tot over de oren in de slavernij zat". Hierop hield de gemeente gesprekken met meer dan tweehonderd Rotterdammers, wetenschappers en experts over dit verleden en de betekenis ervan voor het heden en de toekomst.
Amsterdam bood op 1 juli excuses aan voor zijn rol in het slavernijverleden. Burgemeester Femke Halsema deed dat tijdens de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Amsterdamse Oosterpark.